8.4.05

"Slapen kan ik als ik dood ben"



En dan nu: film. Naast het gesprek met Barman, staat er deze week in Knack ook een dossier over Rainer Werner Fassbinder, 'het laatste geniale filmtalent'. Fassbinder was een geflipte Duitse regisseur die me nu toch al een aantal jaren achtervolgt. Eerst als 'grappige naam' in de schuiven van de Video Take Out, daarna via een leraar Duits mét smaak en tenslotte als naam van de beste onbestaande groep ooit. Ben een keer in een Duitstalige biografie van hem begonnen, maar dat was net iets te hoog gegrepen.
Fassbinder stierf al op zijn 37ste, maar had wel meer dan veertig films ingeblikt. Hoe doe je dat? Door - bijna - nooit te slapen. En hoe doe je dat dan weer? Véél cocaïne en véél whisky-cola. ”Beter een kort en krachtig leven dan geen leven”, heet dat dan.
Fassbinder had niet alleen problemen met drank en drugs, maar ook met zijn ouders, acteurs, minnaars, kortom: met alles en iedereen. Een stuk uit het artikel: “In 1968 zal hij Irm Hermann en Ursula Strätz, twee vrouwen die rond hem zwermen als bijen rond een vleesetende plant, vriendelijk doch beleefd verzoeken om hun lichaam te verkopen zodat hij voor zichzelf de tijd, de ruimte en de financiële armslag kan scheppen om scenario's te schrijven. De arme Hermann zal hij daarbij zo ver drijven dat ze uit pure wanhoop om zo veel onbeantwoorde en miskende liefde op de vensterbank gaat staan met het niet mis te verstane dreigement: 'Ik spring'.”
Zijn films? Die heb ik door omstandigheden jammer genoeg nog niet gezien (“Allez, toch geen Duitse film?”), maar daar gaan we dringend werk van maken. En de groep Fassbinder? Mann kann niemals sagen was die Zukunft bringen wird...

2 opmerkingen:

Catweazle zei

ik woon al náást de muziekschool, is dat een begin?

Sid Frisjes zei

Man Man Man, ik ben er helemaal klaar voor... denk ik. Do it.